Strobist Fotografie

Balans Zoeken

Combinatie

Strobistfotografie is ook kunst van het zoeken van een balans tussen de verschillende lichtbronnen. Zeer bijzondere effecten kunnen bereikt worden met een combinatie van aanwezig (dag)licht en de flits

Sluitertijd en Flitsduur

Indien de flits de enige overheersende lichtbron is, dan is de sluitertijd niet meer belangrijk. Er moet alleen voor gezorgd worden dat de sluiter open staat op het moment dat de flits afgaat (synchronisatie)

Het maakt voor de belichting van de opname niet uit of de sluitertijd 1/160 seconde of 1/120 seconde is.

Intensiteit van de Flits

Bij de meeste elektronische flitsers wordt de intensiteit geregeld door de lengte van de flits aan te passen. B.v. 1/500 seconde bij maximaal vermogen en bij minimaal vermogen slechts 1/8000 seconde of zelfs nog korter

De onderstaande tabel is van de flitser LumoPro LP160. Dit is een flitser die uitstekend gebruikt kan worden door de strobistfotograaf. Het vermogen is instelbaar tot 1/64 van het maximale vermogen

t.5 is de tijdsduur waarbij het vermogen van de flits boven de 50% zit van het piekvermogen. t.1 is de tijdsduur waarbij het vermogen van de flits boven de 10% zit van het piekvermogen. t.1 is altijd langer dan t.5. Bij een goede flitser is deze verhouding minder dan een factor 3. Bij de LP160 is deze dus uitstekend.

Indien t.1 lang is dan zal het moeilijker zijn om het beeld te bevriezen. Er is dan kans op een wazige veeg wanneer je het beeld wil bevriezen met de flitser. Let wel, de LP160 flitser heeft als langste tijdsduur 1/450 seconde, dat is nog steeds kort.

Beweging Bevriezen

De flits kan dus een beweging bevriezen. Een sprong in de lucht kan je met 1/500 seconde bevriezen. De omgevingsachtergrond kan echter alleen voldoende belicht worden met een langere sluitertijd van een 0,5 seconde indien voor een klein diafragma wordt gekozen.

De combinatie van 0,5 seconde sluitertijd en een flits van 1/500 seconde zal de beweging op de voorgrond bevriezen terwijl de achtergrond goed op de foto staat.

Twee Mogelijkheden

Nu zijn er twee mogelijkheden.

1. Het toestel op een statief plaatsen waardoor de omgeving (achtergrond) scherp wordt.
2. Wanneer de omgeving niet interessant is kun je er ook voor kiezen om de camera mee te bewegen met de sprong.

Hoewel het bewegende object door de korte flitsduur bevroren wordt kan door de bewegingsonscherpte van de achtergrond het aspect beweging weer in de foto gebracht worden

Creatieve mogelijkheden ten overvloede lijkt me.